Weston A. Price - Voeding en de fysieke degeneratie

Weston A. Price schreef het meest invloedrijke boek over voeding en gezondheid ooit geschreven. Hij heeft een grote invloed gehad op mijn denken en werken als voedingsdeskundige. Dr. Price leefde in een tijd waarin er nog verschillende bevolkingsgroepen geïsoleerd leefden en daardoor nog een traditionele levensstijl hanteerden.



Weston A. Price was een Canadese tandarts, die werkte in Ohio. Hij studeerde af in 1893. In de volgende dertig jaar als tandarts zag hij de gezondheid van zijn patiënten afnemen. Tanden pasten niet meer in de kinderen hun monden, zoals dat vroeger wel het geval was. Hun tandbogen waren te klein, de neusholtes te smal. Zijn patiënten ontwikkelden ongebreideld tandbederf en een zwakke algemene gezondheid met astma, allergieën en gedragsproblemen.

Dr. Price geloofde dat slechte tanden een manifestatie zijn van een slechte gezondheid. En terwijl zijn collega’s en het brede medische veld zich concentreerden op wat ziekte veroorzaakt, ging Dr. Price op zoek naar wat gezondheid bevordert. Samen met zijn vrouw zou Dr. Price de volgende tien jaar de wereld afreizen, hij bezocht vijf continenten en bestudeerde veertien verschillende traditionele culturen: van afgesloten Zwitserse volken tot de Inuit, Aboriginals, Afrikaanse stammen en verschillende Indianen stammen. Deze mensen leefden nog in isolatie in afgelegen gebieden en waren moeilijk te bereiken. Dr. Price bestudeerde het verschil tussen de mensen die nog steeds hun traditionele voedingspatroon volgden en de mensen uit hetzelfde volk die blootgesteld werden aan de moderne voeding; Westerse voeding. Hij testte duizenden stalen van traditionele voeding op hun voedingswaarde. Zonder uitzondering merkte hij op dat de mensen die nog steeds hun traditionele dieet volgden goed bestand waren tegen tandbederf en al de Westerse beschavingsziektes. In 1939 resulteerde zijn onderzoek in een boek: ‘Voeding en de fysieke degeneratie’. Wat het boek zo speciaal maakt zijn de foto’s, we hebben geluk dat er toen net genoeg kennis van fotografie was én er nog traditionele bevolkingsgroepen waren. Dit heeft gezorgd voor een ongelooflijk waardevol naslagwerk.

In 1931 reisde hij bijvoorbeeld naar Zwitserland, naar een geïsoleerd dorp met 2000 inwoners in het Löestchental. Al eeuwen lang was dit dorp volledig zelfvoorzienend. Op het moment dat Dr. Price daar was, was tuberculose de meest voorkomende ziekte in Zwitserland. Maar in dit dorp was er geen enkel geval gekend. Hij testte de voedingswaarde van hun voedsel, vooral van de zuivelproducten en ontdekte dat deze veel hoger waren in vitaminen dan de standaard commerciële producten in Europa en de VS. De voeding van dit volk bestond uit volkoren roggebrood, een groot stuk kaas, bijna even groot als het stuk brood en verse rauwe melk. Op zondag was er vlees, de botten en restjes werden gebruikt om soepen te maken voor de rest van de week. Er werd een beperkt aantal groenten gegeten in de zomer. Er was amper tandbederf of ziekte en wanneer Dr. Price toch iets van tandbederf aantrof bleek het om mensen te gaan die een periode in de stad zijn gaan werken en dus toegang hadden tot wit brood, suiker, jam, snoep en margarines. Hun voeding zorgde voor sterke en gezonde lichamen en gezonde tanden ook al kenden ze geen tandenborstels of tandpasta.


In alle gemeenschappen die Dr. Price bestudeerde waar mensen overvloedige toegang hadden tot de moderne Westerse voeding was er ernstig tandbederf en tuberculose. De kinderen hadden vervormde tandbogen en scheve tanden. De foto’s van de mensen die hun traditionele voeding aten versus diegenen die de moderne voeding aten spreken boekdelen: aan de ene kant heb je prachtige Zwitserse gezichten met normale, rechte en gezonde tanden, aan de andere kant zie je kinderen met scheve, rottende tanden en ontstoken tandvlees. Het gemiddelde percentage van tanden met cariës in de geïsoleerde gemeenschappen was 2,4%. In de gemoderniseerde delen was dit 30%.


Hij bestudeerde elk volk even grondig en zijn conclusie was steeds dezelfde: moderne, bewerkte voeding resulteert in ziekte en tandbederf. Hoe verschillend de voeding ook was: traditionele voeding zorgde voor fysiek én mentaal gezonde mensen.


We worden dagelijks overstelpt met informatie over voeding en gezondheid, vaak is dit overweldigende en misleidende informatie. Voeding en gezondheid is geen ‘one size fits all’-benadering. De veertien culturen die Dr. Price bestudeerde aten vaak heel verschillend om in hun omgeving en levensomstandigheden gezondheid te behouden. Toch waren ze allemaal gezond, gelukkig en vrij van ziekten. Dr. Price schetste de basisprincipes van voeding in al deze culturen. De basisprincipes zijn: moderne bewerkte voeding vermijden en het zoveel mogelijk toevoegen van echt voedend voedsel. Voedend voedsel is hoog aan vitaminen en mineralen: biologische groenten en fruit, vis en zeevruchten, viseieren, gras gevoederd vlees, orgaanvlees, eieren...

Het vraagt instinct, wilskracht, een sterk karakter en de toepassing van traditionele wijsheid om voedsel te kiezen dat juist is voor ons lichaam in plaats van het voedsel waar we misschien zin in hebben. De Indianen van de Andes reisden honderden kilometers naar de zee om kelp en viseieren te verzamelen voor hun volk, vooral voor de zwangere vrouwen en kinderen. Er zijn zoveel ‘wonderdiëten’ tegenwoordig. Alsof voeding en gezondheid enkel eigendom is van een paar uitverkorenen. Weston A. Price was anders. Hij zag het ontbreken van ziekte en de onveranderlijke principes van gezondheid en voeding als kennis die ons allen toebehoort. Het is kennis die is ingebakken in ons DNA, doorgeven van generatie op generatie. Dankzij zijn boek is deze kennis opnieuw beschikbaar voor ons allen.